Visie

Improviseren is het maken van je eigen muziek, terwijl je speelt. Het is de meest directe manier van muzikale communicatie. Veel musici zijn als kind begonnen met improviseren, maar zijn het helaas weer verleerd door lesmethodes waarin alleen het notenlezen centraal staat. Boeken over improviseren zijn er genoeg, maar niet voor beginnende spelers. Tot nu toe ontbrak het aan een methode waarin beginners leren improviseren. 

Op 15 juni 2019 heb ik daarom mijn eigen lesmethode gepresenteerd. Deze methode ‘Dat kan ik ook’ bestaat uit korte, pakkende teksten waarmee je onmiddellijk aan de slag kunt. Geen langdradige theorieën, maar korte praktische aanwijzingen. ‘Dat kan ik ook ‘ is rijkelijk geïllustreerd en voorzien van talloze luistervoorbeelden. Door deze driedelige methode kan iedere toetsenist leren improviseren.

Lees verder voor een interview met mij in het Algemeen Dagblad van 15 juni.

Improviseren? Dat kun je leren!

Muziekpedagoog Hans van Haeften presenteert een methode waarmee musici beter leren improviseren.
Muziekpedagoog Hans van Haeften presenteert een methode waarmee musici beter leren improviseren. © Saskia Berdenis van Berlekom

Improviseren. Ofwel: iets spelen wat je ter plekke bedenkt, zonder op bladmuziek te kijken. Het is een vaardigheid die eigenlijk alleen nog bestaat in de jazz en onder kerkorganisten. Door Jeroen de Valk 16-06-19, 13:37 (Algemeen Dagblad)

Veel musici kunnen het niet en vinden het zelfs griezelig. Vandaar dat de Amersfoortse muziekpedagoog Hans van Haeften (33) zijn lesmethode Dat kan ík ook! heeft genoemd. Improviseren is helemaal niet zo moeilijk, vindt hij; iedereen kan het leren, als je maar de tijd neemt en vooral dúrft.

De methode bestaat uit drie delen en een apart boek voor de docent, allemaal gericht op de beginnende improvisator achter de toetsten van de piano, het orgel of een keyboard.

Van Haeften, tevens huisorganist van de Vredeskerk in Nijkerk: ,,De meeste pianoliteratuur staat vol noten die je allemaal precies moet spelen. Er zijn ook wel lesboeken voor improvisatie. Maar dan moet je eerst honderd pagina’s theorie doornemen, voordat je mag beginnen. Veel boeken gaan er ook van uit dat je al heel wat kunt. Als je mijn methode volgt, begin je vóórdat je iets kunt.’’

Intervallen

De teksten zijn simpel verwoord en voorzien van illustraties van Tamara Boon. Van Haeften komt met tips voor de eerste improvisaties, zoals: begin met één noot en ga dan verder met kleine intervallen. Kijk wat allemaal mogelijk is met de vijftonige pentatonische ladder. Probeer een vergelijkbare improvisatie te spelen in een andere toonsoort, als het goed gaat.

Van Haeften stimuleert leerlingen ook om klanken te reproduceren, op het gehoor. ,,Zo hebben we toch leren praten? Ik heb er dan ook veel luistervoorbeelden bij gedaan. Met je telefoon kun je de QR-code lezen.’’

Vóór de negentiende eeuw werd er nog volop geïmproviseerd. ,,De meesten konden zich nog geen bladmuziek veroorloven. Beethoven zelf vond het helemaal niet nodig om bepaalde pianoconcerten uit te schrijven. Hij speelde die zelf en kon die deels improviseren.’’

Met het gemeengoed worden van bladmuziek werd dit anders. ,,Ook omdat de componist op een voetstuk werd gezet. Hij staat daar nog steeds, onaantastbaar. Elke genoteerde noot is daarmee heilig verklaard. Muziekles is erop gericht de leerlingen zo snel mogelijk van blad te leren spelen. Zo wordt de drang tot improviseren in de kiem gesmoord.’’

Improviseren is niet alleen een vaardigheid op zich, maar zorgt ook voor begrip voor het proces van het componeren. ,,Je gaat op zoek naar nieuwe noten, net als een componist. Als je wat gevorderd bent, breng je harmonieleer in praktijk. Voor wie alleen van blad speelt, is dat passieve kennis.’’ Aangezien jazzmusici voortdurend improviseren, is de link met de jazz snel gelegd. ,,Ik zit sinds kort in een jazzgroep met de Amersfoortse zangeres Jorien Habing: LeGrandFive. Daarin speel ik Hammondorgel. Laatst hield ik een jazzdienst in de Vredeskerk in Nijkerk. We deden de gewone liederen, maar dan jazzy. Met het Hammondorgel, een saxofonist en een drummer. Dat ging best goed! Ook de oudere gemeenteleden vonden het voor herhaling vatbaar. Mits we ook weer de gewone diensten zouden verzorgen.’’